Enkele termen uitgelegd door het Luxassur - Team!

  • De quotiteit is de procentuele
    verhouding tussen de waarde van een onroerend goed (zonder aankoopkosten) en
    het kapitaal dat ontleend wordt om dat onroerend goed te financieren.

    Stel:

    -Je koopt een huis van 200.000 euro
    en je moet om deze aankoop te financieren 200.000 euro lenen. Dan is je
    quotiteit 100%.

    -Je koopt een huis van 200.000 euro
    en je moet om deze aankoop te financieren 150.000 euro lenen. Dan is je
    quotiteit 75%

    of: (te lenen bedrag / waarde
    onroerend goed) x 100 = quotiteit in %

     

    In de meeste gevallen (een normale
    quotiteit) ligt deze tussen de 75 en de 100%. 
    Bij een hogere quotiteit zal de rentevoet meestal ook hoger liggen.

     

    Wanneer men een quotiteit van meer
    dan 100% heeft, bijvoorbeeld wanneer de aankoopkosten (notaris, etc) worden mee
    ontleend, dan zal er veelal een toeslag aangerekend worden op de rentevoet. Een
    quotiteit van meer dan 100% is dan eerder uitzonderlijk, maar komt meer en meer
    voor.

     

    Variabele rentevoet

    Een variabele rentevoet is meestal
    goedkoper dan een vaste rentevoet. Bij een variabele rentevoet heb je de
    mogelijkheid dat je rentevoet zal verhogen of verlagen op de vooraf
    gedefinieerde scharnierpunten en dit binnen een bepaalde boven- en ondergrens
    (cap).

    Deze scharnierpunten kan men vooraf
    bepalen.

     

     Voorbeelden van mogelijke keuzes zijn:

    1/1/1 : jaarlijkse aanpasbaar - elk
    jaar wordt de rentevoet herzien

    3/3/3 : 3-jaarlijks aanpasbaar - elke
    drie jaar wordt de rentevoet herzien

    5/5/5 : 5-jaarlijks aanpasbaar - elke
    vijf jaar wordt de rentevoet herzien

    10/5/5 : Eerste herziening na 10
    jaar, daarna om de 5 jaar

    enz..

    Bij een jaarlijks aanpasbare formule
    kan tijdens de eerste drie jaar de rentevoet maximaal 1% stijgen per jaar. Dit
    ter bescherming van de consument. Na deze periode kan de schommeling hoger zijn,
    maar steeds binnen de afgesproken cap op het moment dat de lening afgesloten
    werd.

     

    Schuldsaldoverzekering /
    Schuldsaldopolis

    Wanneer u een (hypothecaire) lening
    of een afbetaling wenst te verzekeren, kan u dit via een
    schuldsaldoverzekering. (kan = niet wettelijk verplicht, wel aan te
    raden).  Met een schuldsaldoverzekering
    kan u het uitstaande saldo van uw lening dekken. Dit wil zeggen dat wanneer u
    komt te overlijden tijdens de looptijd van uw krediet een deel van de lening -
    dat op voorhand bepaald werd - door de verzekering zal betaald worden.

     

    Via een schuldsaldoverzekering kan u
    uw nabestaanden een financiële kater besparen.

     

    2

     

    Herfinancieren = besparen?

     

     

    Laten we dit kort schetsen aan de
    hand van een voorbeeld:



    VOORBEELD



    Stel dat u in 2005 200.000 EUR geleend heeft op 20 jaar, aan een vaste
    rentevoet van 6 procent. Vijf jaar later wilt u de resterende 170.000 EUR
    aan kapitaal bij een andere bank herfinancieren aan 5 procent. Loont dat
    ook de moeite?



    BATEN:



    Met een vaste rentevoet van 5 procent op het uitstaande kapitaal
    van 170.000 betaalt u 70.137,99 EUR aan intresten in plaats van 85.648,60
    EUR bij 6 procent.

    Besparing: 15.510,61 EUR



    KOSTEN: 



    Wederbeleggingsvergoeding (3 maanden intrest): 2.550 EUR

    Handlichtingskosten: 600 à 700 EUR

    Hypotheekkosten (aktekosten, registratierechten, inschrijvingstaks,
    honoraria notaris): 5.100 EUR

    Dossierkosten: 300 à 400 EUR

    Totaal kosten: 8.650 EUR

     

Meer advies in hypothecair krediet